Religieuzen en de synode na Praag:
hoe nu verder?
Het synodale proces begint op stoom te raken. En het proces gaat nog wel even door. Broeder Richard Steenvoorde o.p., lid van de Nederlandse delegatie bij de Continentale Fase in Praag, praat ons bij en blikt vooruit.
Waar zijn we nu?
In januari leverde de KNR samen met het Katholieke Vrouwennetwerk en het bisdom ’s-Hertogenbosch een samenvatting van de reacties op het werkdocument voor de Europese synodale bijeenkomst in Praag. In februari ging een delegatie van vier personen naar Praag om daar de Nederlandse inbreng te verwoorden. Het slotdocument van Praag verscheen in april, net op tijd voor de samenstellers van de mondiale synthese. In juni verscheen deze mondiale synthese als instrumentum laboris voor de synodale bijeenkomst van de bisschoppen (en anderen) in Rome dit najaar. En voordat het jaar uit zal zijn, ligt er een bijgewerkt rapport waar de hele wereldkerk weer over geconsulteerd wordt!
Opdrachtenboek vol vragen
Al dat gepraat, je vraagt je af of dat de synode over synodaliteit niet veel te lang gaat duren? Wanneer gaat er dan eindelijk eens wat veranderen? En toch, die twee vragen – over duur en veranderingen in de kerk – zijn niet waar de synode over synodaliteit over gaat. Dat wordt heel duidelijk als je het meest recente document, het instrumentum laboris, bekijkt. Het is niet een tekst geworden die de mening van de wereldkerk samenvat en waar men vervolgens in oktober nog wat aan kan gaan sleutelen. Integendeel, het is een werkboek geworden voor de deelnemers in Rome, een opdrachtenboek vol met vragen waarover men in gesprek moet gaan.
Samen verantwoordelijkheid nemen
De vragen zijn open geformuleerd zodat ook het gesprek open kan plaats vinden. Dat maakt dit instrumentum laboris een uniek document in de kerkgeschiedenis. De kerk vraagt, luistert, en probeert samen te onderscheiden, niemand heeft de antwoorden al klaarliggen. Het wordt een proces dat we samen, leken, religieuzen, kerkleiders gaan doen. En dan is het ook meteen duidelijk dat dit proces volgend jaar oktober nog niet af kan zijn. Dat had ook niemand – behalve in Nederland misschien – verwacht. De synode gaat over een nieuwe manier van samen kerk zijn, samen verantwoordelijkheid nemen ook als het moeilijk wordt, ook als de meningen ver uit elkaar liggen. Daar heb je tijd voor nodig, dat vraagt om geduld, en om betrokkenheid.
Vaart maken
Wij zijn in Nederland misschien wel een beetje beducht voor het proces. Niemand, de bisschoppen, de religieuzen, en zeker jongere katholieken zit te wachten op een herhaling van de pijn en teleurstelling na het pastoraal concilie van Noordwijkerhout en de daaropvolgende polarisatie. We hebben sinds die tijd eigenlijk niet goed geleerd hoe we wel met elkaar in gesprek kunnen blijven als het moeilijk wordt. Het synodale proces biedt daar kansen voor, maar dan moeten we nu wel met zijn allen vaart gaan maken, de volgende ronde komt eraan.
Rol voor religieuzen
Van oudsher hebben religieuzen zich in de kerk altijd dienstbaar gemaakt op manieren waar de rest van de kerk niet aan toe kwam. In de negentiende eeuw ging dat over zorg, onderwijs en missie. Na het Tweede Vaticaans Concilie ging het ook over liturgische vernieuwing en toerustingswerk voor kerkelijke werkers en leken. De synode over synodaliteit brengt nieuwe noden aan het licht. En dus is de vraag aan ons: hoe gaan we daarop reageren?
Synodale bierproeverij
Wat kunnen wij als religieuzen doen? Ten eerste, niet onbelangrijk, bidden voor de synode, concreet bidden voor de gave van de Heilige Geest voor iedereen die meedoet, maar ook voor iedereen die (nog) niet meedoet en er wel bij zou moeten zijn. Ten tweede, wij kunnen in en rondom onze communiteiten bijeenkomsten organiseren over de synode, met inhoud, met ruimte voor ontmoeting, in een ontspannen sfeer: synode wandelingen, synodale studiedagen, een synodale bierproeverij. Ten derde, we kunnen erop uit, net zoals het initiatief ‘klooster op wielen’ naar festivals gaat, kunnen religieuzen aanbieden om in parochies en op andere plaatsen iets te delen van de ervaringen van gemeenschapsleven met verschillen, van het luisteren naar elkaar en elkaar niet laten vallen, van het omgaan met culturele verschillen en generatiekloven. Religieuzen hebben goud in handen, en het behoort niet tot onze aard om dat voor onszelf te willen houden.
Wie durft?
Denk niet te makkelijk, het zal mijn tijd wel duren. Synodaliteit gaat niet over de kerk van morgen, maar over de kerk van vandaag. Wie durft? En wie durft er dan ook mee te doen? De velden staan vol!
Dr Richard Steenvoorde o.p.
Dominicaan in Rotterdam
Wetenschappelijk medewerker KU Leuven